Er is weinig bekend over Xie Zhong Xiang. Hij wordt gezien als de leraar van Kanryo Higashionna (1853-1915). Er zijn verschillende bronnen die over hem spreken, maar niet eensluidend. Hij was een Wu Shu master uit de Fukien provincie in China. Hij was een meester in het White Crane en the five ancestors fist, sommigen bronnen vermelden dat hij een meester was in Monk fist boxing. RyuRryoKo, was waarschijnlijk een gegeven naam. Het kan vertaald worden als “grote broer”, wat in die tijd normaal gebruikt werd door mensen die elkaar erg na stonden. Ryu Ryu Ko (Xie Zhong Xiang in Chinees) was een leerling van Pan Yuba, welke op zijn beurt weer een leerling was van master Lin Shixian, een white crane Gong Fu master.
In 1870 accepteerde hij Kanryo Higashionna als zijn leerling. Higashionna trainde onder Xie Zhong Xian tot 1881, het jaar dat hij terug keerde naar Okinawa.
Kanryo Higashionna is geboren in maart 1853 in Naha, de hoofdstad van Okinawa. In die tijd was Okinawa bezet door de Satsuma Clan uit Japan. Hij begon zijn martial arts training in 1867 met Monk Fist Boxing onder Seisho Aragaki (1840-1920) uit Kume.
Aragaki was een welbekende karateka, vooral door zijn uitvoering van de kata Seisan. In 1870, toen hij 16 jaar oud was, reisde hij met zijn leraar door de Fukien (Fuzhou) provincie in China.
In 1870, toen hij ongeveer 26 jaar oud was, begon Higashionna aan een rigoureuze training onder de scherpzinnige vechtkuns-tmeester Maya Arakaki (Arakaki Seisho, 1840-1920). Higashionna pakte de formele training snel op, en zijn vaardigheid verbeterde snel. Uiteindelijk maakte Higashionna verscheidene vrienden, waaronder een schip eigenaar die heen en terug reisde naar de de haven van Fuzhou. Nadat hij gehoord had van Higashionna’s wens om naar China te gaan, nam de booteigenaar hem met genoegen aan boord. Begin maart zette de boot zeil richting Fuzhou, China. hij trainde daar martial arts onder de leiding van Master Ryu Ryu Ko. De training was zwaar voor Higashionna in China. Eerst kreeg hij les in de methode van ahshi-sabaki (stappen) en ademhalingstechnieken, gedurende vier tot vijf uur per dag.
Na jaren toegewijde training in China was Higashionna Kanryo de belangrijkste verantwoordelijke voor het doen herleven van de beoefening van Chuan-fa in Naha. Higashionna Kanryo, die een 9e-generatie afstammeling was van Okinawa’s Shin geslacht, werd in 1853 geboren in Naha’s Nishi stadsdeel, hetzelfde jaar waarin admiraal Perry Okinawa bezocht. Higashionna werd als kind Moushi genoemd. Zijn Chinese naam was Shinzen’en. Higashionna’s vader verdiende de kost met handel. Het transporteren van brandhout vanuit Kerama met een yanbarusen (een soort schip) bracht Higashionna Kanryo echter niet genoeg geld op om een goede scholing van zijn kinderen te kunnen bekostigen.
Na jaren van toegewijde training maakte Higaonna zich een breed scala aan technieken meester, waaronder de geheime kei’ iken, originele Chinese chuan-fa trainingsmiddelen: chishi (een stok met een zwaar gewicht aan een zijde), tetsurin (ijzeren cirkel), sashi (stenen of ijzeren handvat), kami (zware aardewerk vazen), sashishi (grote stenen gewichten), en ishi-geta (stenen sandalen). Higashionna’s lichaam onderging een volledige transformatie gedurende zijn vele jaren van toegewijde training voordat hij zijn shihandai menkyo (meester-leraar certificaat) ontving. Er wordt zelfs beweerd dat Higaonna in zo’n ongelooflijke fysieke conditie verkeerde dat hij oogde als een uit rots gehouwen standbeeld. In China werd Higaonna langzamerhand wanhopig over de verslechterende situatie in zijn thuisland. Zijn droom was om op een dag terug te keren naar Okinawa.
In 1881 keerde hij terug naar Okinawa en begon hij les te geven in het Chuan Fa. Hoewel de werkelijke reden waarom hij uiteindelijk toch Chinees Chuan-Fa ging onderwijzen onderwerp van discussie blijft, accepteerde Higashionna uiteindelijk leerlingen. Vanaf net na de twintigste eeuwwisseling trainde Higashionna Kanryo persoonlijk mannen als Kyoda Juhatsu (1887-1968), Miyagi Chojun (1888-1953), en Siroma Koki (geen data). Beschreven als To-De op Okinawa, werd het Chuan-Fa dat Higaonna gedurende die gouden tijd onderwees een zo populaire bezigheid dat het bekend werd als Naha Tto-De, of kortweg Naha-te.
Wellicht een van Higashionna’s bekendste volgelingen was Miyagi Chojun, de man die de Goju karate traditie grondvestte. Miyagi spendeerde zijn hele leven aan het verwerven van het diepste begrip in karate-do.
In de tijd dat Higashionna To-te jutsu onderwees stond hij erom bekend altijd passages te citeren uit de Wu Pei Zhi, het oude boek over Chinese vechtkunsten, misschien beter bekend onder zijn Japanse naam, de Bubishi. Verwijzend naar de acht grondregels van Chu’an Fa en de strategie van Sun Tsu, stelde Higashionna dat fysieke training zonder morele filosofie geen to-te was.
Toen Miyagi Chojun, Higashionna’s meest succesvolle volgeling, in 1930 lid werd van Kyoto’s prestigieuze Dai Nippon Butokukai (Japan’s hoog in aanzien staande Associatie van Martiale Deugden), werd vereist dat hij zijn ryuha (gesystematiseerde vechttraditie) registreerde zoals vastgelegde disciplines dat al generaties lang hadden gedaan. Op Okinawa was karate tot aan 1928 altijd alleen maar aangeduid als To-De jutsu, waarna het werd onderverdeeld in Naha-te, Shuri-te, en Tomari-te. Altijd getroffen door de manier waarop Higashionna de Chuan Fa’s acht grondregels beschreef, koos Miyagi Sensei een toepasselijke term van derde passage uit het hoofdstuk om zijn interpretatie van Naha-te te beschrijven. De passage luidt ` Howa Goju o donto su` (inademen is hardheid, uitademen is zachtheid) en de term Goju (hard/zacht) werd de officiële benaming voor de traditie die Miyagi Sensei voortzette. Dit was de geboorte van Goju-Ryu, al kon Miyagi niet vermoeden hoe belangrijk die naam uiteindelijk zou worden.
Higashionna Kanryo stierf op 15 december 1917. Zijn leerlingen hadden van hem gehouden als van een vader. Zijn geest zal blijven voortbestaan in de lessen die hij onderwees, en zijn naam zal voor eeuwig blijven voortleven in de geschiedenis van het karate. Higashionna geloofde diep in “De Acht Grondregels van Chuan Fa”. Deze zijn:
Chojun Miyagi werd geboren op 25 april 1888 in Naha, Okinawa, als de derde zoon van de Miyagi familie. Toen de jonge Miyagi 11 jaar oud was, nam zijn moeder hem mee naar een Okinawa-te meester genaamd Aragaki Ryoko. Daar werd Miyagi ingewijd in de basistrainingen en ademhalingskata van het Okinawa-te.
Aragaki Ryoko herkende het uitzonderlijke talent en bezieling voor de Martial Arts van Miyagi en besloot hem op veertienjarige leeftijd voor te stellen aan zijn vriend, de meester Kanryo Higashionna. Zoals gebruikelijk observeerde Kanryo Higashionna de jonge Miyagi een tijd, om er zeker van te zijn dat Miyagi serieus het Okinawa-te wilde bestuderen. Miyagi trainde bij Higashionna tot diens dood. Higashionna sensei stierf in december 1917 op de leeftijd van 63 jaar.
In 1917 vertrok Miyagi eveneens, in de voetsporen van Higashionna, naar China, Fukien, om zich daar verder te bekwamen in het Shaolin Chu’an Fa waarin Higashionna Kanryo onderricht was.
In 1926 opende Chojun Miyagi de Karate Research Club in Wahaso-cho, Naha-shi, Okinawa.
Miyagi besloot zijn systeem in 1932 Goju Ryu te noemen, letterlijk vertaald ” hard – zacht stijl “, verwijzend naar de origine van deze, het Shaolin Chuan Fa, en het boek de Bubishi (Wu Pei Chi in het Chinees) geschreven door Yuan-i Mao: “Alles in het leven ademt hard en zacht”. Miyagi zou zijn hele leven wijden aan de studie van het Goju Ryu karatedo in zijn ware traditionele aard en betekenis.
In 1928 reisde Chojun Miyagi naar Japan en doceerde het Okinawa karate aan de Imperial universiteit, de Kansai universiteit en de Ritsumeikan universiteit van Kyoto. In 1930 werd Chojun Miyagi benoemd tot voorzitter van de Okinawan-ken Taiiku Kyokai Karate-do. In november 1933 werd het Okinawa Goju-Ryu Karate officieel geregistreerd aan de Dai Nippon Butoku-Kai, de Japanse Associatie voor Martial Arts.
Op 23 maart 1934 schreef Chojun Miyagi het beroemde manuscript Karate-do Gaigetsu: An Outline of Karate-doh.
Eveneens in 1934 werd Miyagi benoemd tot commissaris van de afdeling Okinawan Karate bij de Dai Nippon Butoku-Kai, als beloning voor zijn inzet en toewijding voor het Okinawan Karate.
Op 25 oktober 1936 werd een groot karatecongres georganiseerd door Choju Ota, uitgever van de Ryu Kyu Shimpo Newspaper in Naha op Okinawa, gehouden in de Showa Kaikan. Aanwezig waren de Okinawa-te meesters Kentsu Yabu, Chomo Hanashiro, Chokei Motobu, Chujun Miyagi, Chosen Chibana, Mashige Shiroma, Juhatsu Kiyoda, Asatada Koyoshi en Eijo Shin.. Hier werd besloten dat de originele benaming Te of To-De, werd veranderd in de term Kara-te (lege hand). Het is waarschijnlijk op dit congres geweest, dat Chojun Miyagi de aanwezigen toesprak er voor te waken dat de geestelijke ontwikkeling in het karatedo minder belangrijk zou worden dan de fysieke aspecten ervan. Dit zou een gevolg kunnen worden van het lesgeven aan meerdere personen tegelijk. Hij pleitte voor het individuele lesgeven, of in ieder geval aan kleine groepjes leerlingen. De stelling, Tai Shu Shin Ju (spirit first, body second) stond voorop.
In mei 1937 werd Miyagi door Prins Moriwasa Nashimoto, toenmalig commissaris van de Dai Nippon Butokukai, gevraagd toe te treden in de Dai Nippon Butokukai Karate Jukyoshi (Groot Japan Martial Arts Meesters Organisatie). Deze organisatie had als doel de kwaliteit van de traditionele Martial Arts in Japan te bewaken. Eveneens in 1937 ontving Miyagi sensei van de Dai Nippon Butoku-kai de titel Kyoshi.
In 1940 werd het Okinawa karatedo, als zelfverdedigingmethode, officieel opgenomen in de politieopleidingen van Okinawa.
In 1953 gaf Miyagi lessen in het Okinawa Goju-Ryu karate op de Ryu-Kyu politieacademie van Naha City, Okinawa. Zijn beste leerling Ei’ichi Miyazato, welke ook het Judo beoefende, was zijn assistent.
Na de dood van Miyagi was er een vergadering van al zijn leerlingen. Miyazato Ei’ichi werd gekozen als zijn opvolger en hij nam de lessen van Miyagi over in de beroemd Tsuboya dojo waar Miyagi altijd les gaf. Dit was de achtertuin van Miyagi Chojun`´`’s huis. Hij deed dit nog voor vele jaren voor hij besloot een overdekte dojo te bouwen. Hij deed dit in Naha, vlakbij de tsuboya dojo tuin van de familie Miyagi. Al de trainingsspullen zoals de chichi, zijn nog steeds aanwezig in de dojo van Miyazato, welke hij de “Jundokan dojo” noemde. Jundokan betekend “in de voetstappen van de vader”, verwijzend naar zijn leraar Chojun Miyagi.
De belangrijkste lang-trainende leerling van Chojun Miyagi, de grondlegger van het Okinawa Goju-Ryu karatedo, is Ei’ichi Miyazato (05-07-1922 / 11-12-1999) geweest. De vader van Miyazato was eveneens een student van Kanryo Higashionna (1853 -1917; Okinawa Shorei Ryu, en eveneens de leraar van Miyagi). Miyazato begon zijn training onder Chojun Miyagi op veertienjarige leeftijd in 1936. Hij is, behalve in de oorlogsperiode, tot aan de dood van Miyagi bij hem gebleven. Hij was Chojun Miyagi` s assistent in de Tsuboya dojo.
Na Miyagi’s dood heeft hij op verzoek van de leerlingen en de familie van Miyagi, de lessen voortgezet in de traditie van zijn leraar Miyagi. Hij deed dit in de originele dojo van de familie Miyagi, namelijk de tsuboya (achtertuin) van de familie Miyagi. Miyazato sensei gaf hier drie jaar les aan de leerlingen van Miyagi sensei voordat hij in 1957 besloot een overdekte dojo te bouwen. Hij noemde deze dojo de Jundokan, wat “hall for following in the fathers footsteps” betekent. Tot heden staan in de Jundokan dezelfde trainingsspullen waarmee Miyagi sensei trainde. De beroemde auteur Mark Bischop zegt in zijn boek Okinawan Karate dat de Jundokan onbetwist de meest traditionele dojo is waar hij ooit getraind heeft. In 1957 gaf Miyazato les aan de politie als karate- judo en zelfverdediging-instructeur. Jinan Shinsato en Ei’ichi Miyazato zijn de beste studenten van Miyagi geweest, welke het meest de traditionele roots van Miyagi volgden. Jinan Shinsato stierf in de oorlog.
Miyazato sensei doceert traditioneel karatedo. Hij vindt dat het karatedo hand in hand moet gaan met een geestelijke ontwikkeling: “karate is Zen, het is meditatie in beweging”. “Kenzen ichi”, oftewel “hand en Zen zijn één”.
Mike Clarce vroeg in een interview in 1993 (gepubliceerd op internet) of hij ooit iets verandert had aan de kata sinds de dood van Chojun Miyagi. Miyazato sensei antwoordde hierop: “Nee, ik heb nooit iets veranderd aan de kata. Ik geef deze in de originele vorm en inhoud door. Miyagi sensei heeft ook nooit iets aan de kata verandert, alles is zo hetzelfde gebleven”. De Jundokan is in de traditie van het Okinawa Goju-Ryu de bekendste en beroemdste dojo over de wereld, waarin Miyazato sensei als onbetwiste opvolger van Miyagi wordt erkend, en het Goju-Ryu wordt doorgegeven “in de voetstappen van de vader”.
Om te voorkomen dat de applicaties van het Goju-Ryu karatedo verloren zouden raken, of dat de oorspronkelijke kata zouden verwateren en enkel nog tot een stijl- of sportvorm zouden verworden, zijn de meeste oude Goju-Ryu karatemeesters bijeengekomen in de Okinawa Goju-Ryu Karatedo Kyokai, onder leiding van Ei’ichi Miyazato.
In 1978 gaf Miyazato sensei het boek Okinawa Goju-Ryu Karate-dho uit, waarin de kata en bunkai in zijn originele vorm en inhoud zijn vastgelegd. (2e druk in 1987)
Biography of Ei’ichi Miyazato Sensei:
Date of birth: July 5, 1922 Higashi-cho, Naha
Het is goed gedocumenteerd wie de top leerlingen van Chojun Miyagi waren.
De topleerlingen waren:
Miyazato’s Jundokan dojo wordt na zijn dood gerund door zijn zoon, Yoshihiro Miyazato, welke weer les geeft in dezelfde traditie als Miyazato Ei’ichi en Chojun Miyagi. En zo blijft de traditie voortleven…
Miyazato sensei gaf voor zijn dood nog een interview, zie:
http://www.gojuryu.cz/lang/en/eiichi-miyazato-the-final-interview
Ei’ichi Miyazato sensei:
KARATE-DO
September 8, 1979: Hanshi All Japan Karate-do Federation.
March 20, 1988: Hanshi, 10 Dan Okinawa Gojuryu Karatedo Kyokai
JUDO
May 1, 1981: 7th Dan Nippon Kodokan
December 10, 1999: 8th Dan Nippon Kodokan